Tai Chi Chuan verdiepen

Eenmaal kennis gemaakt met de reeks (12,54 of 108), is de belangrijkste uitdaging een manier ontwikkelen om op een vruchtbare manier verder te oefenen. In het verdiepen van de beoefening van Tai chi chuan, maken we het onderscheid tussen de uiterlijke vorm en de innerlijke vorm.

Bij het verder inoefenen van de uiterlijke vorm zijn er als eerste de specifieke vormvereisten van elke techniek afzonderlijk, vervolgens de algemene houdingscriteria die in elke afzonderlijke techniek aanwezig zijn, en als derde de studie van de manier van bewegen.

Als tweede stap na het aanleren van de uiterlijke vorm, richten we onze aandacht op de innerlijke vorm. Die is moeilijker om vatten en beoefenen, in die zin dat de training minder "zichtbaar" is. Het gaat hierbij om de verfijning van de "innerlijke" coördinatie: om ontspanning, ademhaling, intentie en energie, om de toepassing van het principe van Yin en Yang in elke techniek door middel van opbouwen en loslaten. Dit is in hoofdzaak de studie van Fa jin, explosieve energie, ook al wordt die traag en zacht uitgevoerd. Het is deze training die aan de beoefening van Tai chi chuan een gezondheidsbevorderend aspect geeft, omdat het de energiestroom in het lichaam verbetert.

Het is belangrijk een mentaal beeld op te bouwen van elke techniek. De vechttoepassingen van de vormen kunnen daarbij helpen, alsook het inzicht in de symboliek die aan sommige technieken gekoppeld is.

Yang Cheng-fu spreekt over de studie van Li (principes), Qi (energie) en Xiang (beeld). Ze zijn alle drie nodig om resultaat te bereiken.

In de 108 lange vorm komen 37 verschillende technieken voor (hier vind je ze opgesomd). De reeks zelf heb ik verdeeld in 20 basisfragmenten. Door techniek per techniek, fragment per fragment de vorm uit te diepen, kunnen beoefenaars hun Tai chi chuan verrijken en efficiënter maken.

Yang Cheng-fu vatte zijn visie op de training samen in een aantal kernpunten. Uiteindelijk werden dit er 10, maar oorspronkelijk waren het er 13, in overeenstemming met de "Dertien houdingen van Tai chi chuan". Die 13 punten waren:

  1. Laat de schouders zinken en de ellebogen hangen
  2. Hol de borst en rond de rug
  3. De Qi zinkt naar de Dantien
  4. Een ongrijpbare energie trekt de kruin van het hoofd omhoog
  5. Ontspan de lenden en heupen ("kua")
  6. Onderscheid leeg en vol
  7. Hoger en lager volgen elkaar
  8. Gebruik intentie, geen kracht
  9. Het innerlijke en het uiterlijke zijn verbonden
  10. Intentie en Qi werken op elkaar in
  11. Zoek stilte in beweging
  12. Beweging en rust zijn verbonden
  13. Ga gelijkmatig van vorm naar vorm

Er bestaat geen vaste uitvoeringssnelheid voor Tai chi chuan. De vorm kan uitgevoerd met "drie snelheden":

De standaardsnelheid is geschikt om te starten. De versnelde vorm is er om technische vaardigheid te kweken. De vertraagde vorm is er om de gezondheid te verbeteren.

Het dagelijks doorlopen van de reeks zonder technische bekommernis, is het hoofddoel van de beoefening van Tai chi chuan. Om dit mogelijk te maken is een geregelde technische training eveneens noodzakelijk.

Tot slot kan de training uitgebreid worden met de beoefening van Qi Gong, pushing hands, Tai chi-Bal, de geschiedenis en de cultuur van Tai chi chuan of van andere verrijkende disciplines.